“Ik was blij dat ik een deel van mijn zorg bij de therapeut kon neerleggen. Iemand die objectief kon kijken. Maar ik bleef wel heel erg betrokken bij wat er daar gebeurde. Vroeg haar ook altijd wat er besproken was en hoe ze zich voelde als ik haar na afloop ophaalde. Soms had ze oefeningen meegekregen die we samen konden doen. Ik leerde door de therapie op een andere manier naar een eetstoornis kijken en dus ook naar mijn dochter. Ik kreeg beetje bij beetje, net als zij, het gevoel dat ik weer controle terug kreeg.”