Begonnen in Startgroep
“Ik wilde zo graag begrijpen waarom ik mijn eetbuien niet kon bedwingen en waar ze vandaan kwamen. Maar het lukte me niet. Toen ik steeds ongelukkiger werd, en niet meer in mijn kleren paste, laat staan dat ik in de spiegel durfde te kijken, ben ik op internet gaan zoeken. En inderdaad, ik had een eetstoornis. De psychotherapeut die ik jaren geleden bezocht voor mijn stemmingsklachten, had me dat toen al gezegd. Zo kon het niet langer.”
“Ik belandde op de site van Stichting Human Concern en stapte naar mijn huisarts voor een verwijzing. Begin 2015 kon ik terecht in de Startgroep. Ik vond het fijn om daar al aan de slag te kunnen met mijn eetstoornis, het gaf me rust. Vele malen beter dan op een wachtlijst te komen en te moeten afwachten. In de zomer startte mijn therapie. Al bij de kennismaking voelde ik me verbonden met mijn therapeut. Haar eigen verhaal en haar begrip voor mijn verhaal haalden alle barricades weg. In alle jaren ervoor ben ik veel onbegrip tegengekomen door mijn ADD bij studiegenoten en docenten (‘Dan doe je toch wat meer je best om je te concentreren’) en juist daarom was het voor mij een zegen dat ik iemand trof die me begreep.”
“Samen gingen we op ontdekkingstocht. In overleg met de psychiater stemde ik in met medicatie voor mijn ADD. Ik vond het fijn dat ik zelf inzage in het behandelplan had en zelf doelen kon bepalen. Dit gaf me een gevoel van regie, en juist dit gevoel bleek een groot thema te zijn. Eerder had ik kennelijk altijd het idee had gehad dat het leven me overkwam, dat ik geen invloed kon uitoefenen: niet over mijn eetbuien, niet over de moeilijke situatie thuis, niet over mijn moeder die onbewust op mij leunde. Ik had een plaatje gemaakt van wie ik moest zijn, ík was immers het gezonde kind, met wie het wel goed ging. Negatieve gevoelens pasten hier niet in. Alles beredeneerde ik continu met mijn hoofd. En ik kwam er niet uit: ik had immers bewust meer afstand van mijn familie genomen, waarom voelde ik me dan vaak zo rot als ik een fijn telefoongesprek met mijn moeder had gehad? En verzandde ik in veel eten?”
“In de therapie leerde ik voelen wat er met me gebeurde. Ik kwam erachter dat ik me schuldig voelde dat ik er niet voor haar was, dat ik de overtuiging had dat je er altijd voor de ander dient te zijn. Ik voelde ook boosheid naar mijn moeder toe. Ik leerde gaandeweg dat deze gevoelens er mogen zijn en dat het goed is om deze te uiten. Tot dan toe had ik veel gepraat, maar nauwelijks iets gedeeld vanuit het hart, een valkuil.”
Wat maakt mij mij?
“Het gesprek met mijn ouders en therapeut heeft veel voor me betekend. Mijn vader bleef in ons gezin op de achtergrond en dankzij deze begeleide ontmoeting zag ik in dat hij wel degelijk betrokken was. Hij heeft gewoonweg nooit geleerd om zijn gevoelens te uiten. Het besef dat mijn vader en zeker ook mijn moeder er beiden voor mij waren, maakte dat ik me weer kind kon voelen. Het was oké was om de focus op mezelf te leggen, en belangrijker: ik kon hierbij op hun steun rekenen. Er kwam ruimte om verantwoordelijkheid te nemen voor mijn eigen leven.”
“Wat me hierbij enorm geholpen heeft, is het waarden- en normenspel dat ik speelde met mijn therapeute. Want wat maakt mij mij? Ik kwam tot deze acht kernwaarden: liefde, persoonlijke ontwikkeling, gezondheid, openheid, zinvolheid, optimisme, aandacht en ontspanning. Deze waarden omvatten alles wat ik belangrijk vind en waarnaar ik mijn leven wil inrichten. Als er iets op mijn pad komt, stel ik mezelf de vraag: past dit bij mijn waarden of doe ik het bijvoorbeeld om bevestiging van anderen te krijgen? Ik gebruikte de waarden zelfs in mijn sollicitatiebrieven. Ook keek ik samen met mijn therapeute naar de waarden die niet tot bloei kwamen in mijn leven, zoals ontspanning. Logisch, ik stelde ontspanning gelijk aan luiheid en falen. Maar zonder ontspanning kon ik me niet opladen, ontdekte ik.”
“Het genieten kwam steeds meer terug. Ik kreeg een vriend en kon met hem een hele middag door de stad struinen of in het park liggen zonder me schuldig te voelen. Durfde zelfs zonder drie lagen kleding aan naast hem ontbijt in bed te eten. Op een gegeven moment was ik helemaal niet meer constant bezig met eten. Soms realiseerde ik me pas na het eten van een pizza dat ik geen calorieën had geteld.”
“Eind 2016 stuitten alleen mijn ADD en de medicatie bij mij nog op weerstand. Met specialistische hulp van Human Concern heb ik meer inzicht gekregen in de manier waarop ADD mijn eetstoornis heeft beïnvloed. Door deze aandachtstekortstoornis is het voor mij moeilijk om met veranderingen om te gaan, om prioriteiten te stellen en het overzicht te bewaren. Dit veroorzaakte onrust, het gevoel geen regie te hebben, en maakte dat ik ging eten. Ik kreeg gaandeweg vrede met mijn medicijngebruik, en bovenal vrede met mezelf en met m’n leven.”
Keuzes maken die bij mij passen
“Inmiddels ben ik driekwart jaar uit behandeling. Ik durf grenzen aan te geven bij de mensen die me lief zijn en maak keuzes die bij mij passen, zonder me te laten leiden door het plaatje van bijvoorbeeld een goede dochter of goede psycholoog. Zo heb ik cursussen filosofie en personal trainer gevolgd, omdat ik dit gewoon ontzettend leuk vind. Ook heb ik een enorme trigger voor eetstoornisgedachten goed doorstaan. Zo werd een superleuke baan totaal onverwacht en zonder toelichting beëindigd. Ik stond mezelf toe om me een week lang rot te voelen, waarbij ik ervoor waakte me niet te verliezen in onzekerheid en schuldgevoelens. Daarna heb ik m’n hele netwerk ingezet om een nieuwe baan te vinden. Binnen drie weken was ik gedetacheerd.”
“Ik werk nu 20 uur per week, dit geeft me voldoende tijd om te herstellen en alle indrukken te verwerken. Genoeg ruimte ook om te ontspannen, mijn creatieve kant te ontwikkelen en te genieten van het leven. Ik heb nu echt het gevoel dat ik baas ben over mijn leven.”