Maar toch… als je verder kijkt, gaat de eetstoornis niet over eten en dun of dik zijn.
Het zegt iets over de manier waarop je omgaat met jezelf, met anderen en met de wereld om je heen. Het heeft te maken met een negatief zelfbeeld en lichaamsbeeld. Met angst om te leven, angst om zichtbaar te zijn, plek en ruimte in deze wereld in te nemen, met angst om verantwoordelijkheid te nemen. Met te weinig zelfvertrouwen en te weinig eigenwaarde. Met hoge eisen stellen aan jezelf en anderen. Met behoefte hebben aan houvast en controle, die je vervolgens in het eten zoekt. Een eetstoornis heeft ook te maken met niet zeggen wat je denkt, en niet doen wat je wilt. Of misschien niet eens weten wat je vindt en voelt. Onder de oppervlakte spelen gevoelens van onzekerheid, angst, schaamte, schuld en eenzaamheid.
Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Het gaat om een combinatie van erfelijke, karakteristieke, psychologische, biologische of lichamelijke, opvoedkundige, familiaire en sociaal-culturele factoren. Vaak is het zo dat bij een sluimerende gevoeligheid voor het ontwikkelen van een eetstoornis één of meerdere (on)bewuste gebeurtenissen de laatste druppel kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het uit raken van een relatie, gepest worden op school, het overlijden van een voor jou belangrijke persoon, een verkeerde opmerking van iemand, het scheiden van je ouders, seksueel misbruik of ziektes.